Met verschillende hobbels gingen we richting Wageningen, waar WSDV met vicewereldkampioen Jan Groenendijk ons opwachtte. Er zijn van die wedstrijden waarvoor je als kapitein allerlei hobbels moet nemen voordat je überhaupt aan een wedstrijd kunt beginnen. Dit was er zo een…

Maar goed, we waren bijna compleet bij aanvang van de wedstrijd. De arbiter ontbrak wegens ziekte: De op één na laatste hobbel. Ruph Bhawanibhiek stond nog in de file en zou een half uur later verschijnen. Dat was daarmee de laatste organisatorische hobbel. Daarvoor hadden zich er in de week ervoor al een stuk of vijf meer voorgedaan.

Bekend was dat WSDV drie vaste krachten moest missen. We hadden dus goede hoop op een mooi resultaat.

De koppelingen Harry Otten tegen Jean Marc Ndjofang en Jan Groenendijk tegen Ruph konden 'uitgewisseld' worden. Aan de andere borden kon het alle kanten op.

Jean Marc won vlot van Otten omdat laatstgenoemde Jean Marc onverschrokken een partie Bonnard voorschotelde. Daar wist Jean Marc wel raad mee.

Aan bord1 verbruikte Kees Thijssen weer veel tijd. Hij kan het blijkbaar goed hebben. Eerder bleek dat geen probleem om Prosman te bedwingen, nu was Fred Ivens slachtoffer van de wederopstanding van de vijfvoudig Nederlandse kampioen. Een 0-4 voorsprong. Helaas waren daarmee waren onze winstpartijen wel op.

Ondertussen kon de kapitein geen goed plan vinden tegen Johan Sterrenburg. De stand moest beter zijn voor mij maar hoe? Omdat ik het niet kon vinden en inmiddels veel tijd had gebruikt, koos ik voor een verkeerd plan door de voorpost af te ruilen. Vervolgens sloeg de damblindheid toe en, hup, schijf foetsie - en daarmee de partij. In de analyse liet Jean Marc instructief zien hoe de betere stand gespeeld moest worden.

Het sleutelmoment ontstond bij Marcel Monteba tegen Paul Oudshoorn. Paul dacht combinatief te kunnen winnen. Monteba zag het beter. Hij kon na de combinatie winnend tegencombineren. Paul zag de vergiftige combinatie nog wel op tijd maar moest dat oplossen door een schijf in te leveren met een beetje compensatie. Niet voldoende compensatie. Nadat ik ook opgegeven had stond het 4-4. De wedstrijd was al vroeg gekanteld.

WSDV gooide eerst de deur dicht. Erik Brunsman kan niks bereiken tegen Gerben Steenbergen. Johan Bastiaannet bereikte niks tegen Jannes Kromhout. Jesse van Beek en Johan Capelle remiseerden ook. Peter Hoogteijling kon Heike Verheul niet vermurwen.

Wieger Wesselink won van Krijn ter Braake. Ruph had het half uur achterstand weggespeeld en verdedigde zich dapper. Het aanstormende talent is echter een volwassen dammer die alle kleine gaatjes naar winst beheerst. Hij voltrok het vonnis, 12-8 eindstand.

Dit is een tegenvaller. Niet het resultaat waarvoor we over menige hobbel naar Wageningen waren gegaan.