Met enige moeite hadden we deze keer 8 spelers, al kwamen er wel een paar iets later aan in Gouda dan de bedoeling was. Of deze rommelige start een rol speelde, weet ik niet, maar in eerste instantie leek het daar helemaal niet op. Na een paar uur spelen zag het er goed uit tijdens de wedstrijd tegen Damlust. Weliswaar stond Johan Capelle slecht en had Job een mindere stand, op de overige borden stonden we minstens gelijkwaardig of hadden we duidelijk voordeel.
Frank had een overzichtelijke klassieke partij waarin het lange tijd niet spannend was. In het late middenspel zette zijn tegenstander de aanval in en zo werd het toch nog even interessant. Frank leek licht onder druk te staan, maar dat was maar schijn, de aanval stelde niets voor. Sterker nog, na een onachtzaamheid van van Eck had Frank kunnen winnen, zie diagram.
P. van Eck - F. Pasman, stand na 40. 36-31?
In plaats van het gespeelde 36-31? had wit beter 39-34 kunnen doen. De partijzet zal wel bedoeld zijn geweest om de witte aanval op de vijandelijke rechtervleugel versterken. Als zwart nu alert had gereageerd met 40. .. 16-21! met als dreiging 21-27, zou wit plotseling in grote problemen zitten. Onoverkomelijk zelfs, als zwart het verder goed zou blijven doen. Ik neem aan dat wit na 16-21 van plan was om verder te gaan met 31-26, maar dat verliest kansloos door de plakker 35-40! 26x8 40x49 8-2 3-8 2x13 19x8. Veel beter is er echter nauwelijks. Wit kan na 16-21 nog 22-17 proberen. Na het vervolg 21-26 17x8 26x37! 48-42 (er is niet beter) 37x48 8-2 48x34 2-16 staat hij dan twee schijven achter, maar omdat beiden een dam hebben, kan hij nog tegenspartelen.
Frank had weliswaar naar 16-21 gekeken, maar hij had de winnende plakker na 31-26? gemist en speelde 40. .. 24-30? Daarmee bracht hij de ruil met 19-23 en 30-34 in stelling, en na het vervolg 41. 33-29 20-24 42. 29x20 30-34 43. 39x30 35x15 werd het remise. 1-1.
Johan Wiering keek na de opening tegen een centrumaanval aan, maar de vijandelijke voorpost had weinig steun. Nadat Johan de voorpost had afgeruild, ging zijn tegenstander onder tijdsdruk alsnog in de fout en zo kreeg Johan de punten cadeau. 3-1.
Kenny ging vanuit de opening in de aanval. Zijn voorpost was niet te winnen en serieuze omsingelingskansen kwamen er ook nooit. Uiteindelijk ging de aanval er af en kort daarna werd de vrede getekend. Ondanks een ongewone opening had Radjinder al snel een normale, degelijke centrumstand, met als enige bijzonderheid dat zijn tegenstander een zwakke randschijf op 16 had. In het late middenspel volgde een afwikkeling naar een eindspel waar Radjinder zowaar nog even moest oppassen. Hij deed het steeds goed, tot vlak voor het einde. In een remisestand dacht hij met een dubbeloffer remise te maken, maar overzag dat zijn tegenstander ook anders kon slaan. Daarmee stond de wedstrijd weer gelijk, 4-4.
Johan Capelle haalde een opening uit de oude doos waar zijn tegenstander een ongevaarlijke aanval aan over hield. Toen Johan echter op de 28e zet verzuimde om de aanval af te ruilen, kwam hij in het nadeel en niet veel later stond hij zelfs verloren. Dit keer zat het echter mee. In een ultieme poging om de aanval te stoppen, ruilde Johan de voorpost af. Dat zou een blunder genoemd kunnen worden, ware het niet dat hij sowieso al verloren stond. Na de afruil had zijn tegenstander met een simpele combinatie een winnende doorbraak kunnen nemen, maar hij zag het niet, wat Johan de kans gaf om remise af te dwingen. 5-5.
Aan een spannende opening hield ik een gezonde aanvalsstand over. Ik stopte echter veel te veel tijd in het zoeken naar een manier om mijn voordeeltje uit te bouwen en raakte in tijdnood. Mijn voordeeltje sloeg om in fors nadeel en bij gebrek aan tijd wist ik geen redding meer te vinden. 5-7.
In een klassieke 9 om 9 had Job een achtergebleven schijf op 36. Dat zag er op het eerste gezicht slecht voor hem uit, maar bij nader inzien viel het allemaal wel mee. 6-8.
Als laatste was Peter nog bezig, en dat zou een latertje worden. In de opening werd hij uitgenodigd om een flankaanval op het bord te brengen en dat deed hij dan ook. Niet veel later kreeg zijn tegenstander daar blijkbaar spijt van en ruilde hij de voorpost er weer af, wat Peter een licht voordelige centrumstand opleverde. Na een lange opbouwfase probeerde zijn tegenstander onder de druk uit te komen door het klassiek te maken, maar dat middel was erger dan de kwaal, zie diagram.
A. Leclerc - P. van Heun, stand na 43. 33-28?
Het antwoord 17-21 is al winnend, maar dat mag u zelf uitzoeken. Peter deed 43. .. 11-16?, waarop zijn tegenstander nog net had kunnen ontsnappen, via 48-43! 24-29 31-26! 16-21 32-27 21x32 28x37 met een slechte, maar houdbare stand.
Direct na deze gemiste kans kreeg Peter een tweede. De partij ging namelijk verder met 44. 42-37? 17-21! en ook nu is dit de winnend zet. Partij: 45. 31-27 24-29 46. 28-22 (het alternatief 48-43 24-29 is nog erger) 21-26!
Wit kan nu gevoeglijk opgeven want op zowel 48-43 als 38-33 volgt een kleine combinatie. Hij zou nog het offer 22-17 12x21 48-43 kunnen proberen, maar het eindspel na 23-28! 32x12 21x41 12-7 33-29! 38x29 41-47 is dan verloren want als zwart het goed doet, kan wit niet voorkomen dat zwart snel een tweede dam haalt. Het liep echter anders. De witspeler liep in de combinatie 47. 38-33 29x38 48. 32x43 23-28 49. 22x33 14-20 50. 25x23 18x49 met een volkomen gewonnen eindspel voor zwart. Met de moed der wanhoop ging de witspeler nog maar even door. Of beter gezegd, nog lang door. Hij offerde twee schijven om nog een dam te kunnen halen en stond nog steeds hopeloos verloren. Peter leek echter niet goed te weten hoe hij het snel af kon maken en zo ging het nog een tijdje door. Via een derde schijfoffer maakte wit de weg vrij om een tweede schijf naar de damlijn te brengen, maar nog steeds stond hij verloren. Pas op 76e zet was het zover: in het zicht van de haven en met de winst voor het oprapen ging Peter in de fout en verspeelde hij een punt. 7-9.