Het is de tijd van het jaar voor cadeautjes en die waren er dan ook volop.

Johan Wiering was als eerste klaar. Hij overhoorde zijn tegenstander in een spannende, overbekende oude opening, maar die gaf geen krimp. Na een vereenvoudiging in het middenspel leek de muziek uit de stand. Gelukkig voor Johan ging zijn tegenstander vervolgens nogal onvoorzichtig in de aanval in en toen zijn voorpost onder druk kwam, was hij daar zo op gefocust dat hij blunderde en overzag dat Johan op de andere vleugel dreigde met een simpele damcombinatie. 2-0

18_nov_020-1_2.jpeg

H. Vroom – R. Jharap

Ook Radjinder kreeg een cadeautje, dit keer al in de opening. In de diagramstand volgde het foutieve 17. 33-28? 22x33 18. 39x28. Radjinder combineerde naar dam met 18. .. 18-22! 19. 28x17 6-11 20. 17x6 21-27 21. 31x22 13-18 22. 22x13 8x50. De witspeler besloot de dam meteen maar af te nemen met 23. 38-33 50x19 24. 37-32 19x37 25. 42x31 26x37 26. 41x32 en hoewel hij nog wel wat compensatie heeft, ging hij snel ten onder. 4-0

Kenny speelde een degelijke klassieke partij tegen Eggens. 5-1

Johan Capelle speelde sterk, kreeg in het middenspel voordeel en bouwde dat gestaag uit, waarop zijn tegenstander op een gegeven moment maar besloot een schijf te offeren in ruil voor doorbraakkansen. Als Johan had gezien dat hij dat met tactische middelen had kunnen pareren, had hij ongetwijfeld gewonnen. In plaats daarvan offerde hij helaas meteen een schijf terug. Weg doorbraakkansen, maar ook weg voordeel. 6-2

Frank speelde een voorzichtige opening en kreeg een degelijk klassiekje op het bord. Zonder noemenswaardige ontwikkelingen kabbelde de partij naar remise. 7-3

Invaller Bert trof den Engelsman, de - op papier - sterkste speler van de Hofstad dammers. Die speelde een provocerende opening, maar Bert laat zich niet snel overdonderen en pakte het goed aan. Hij kwam tot een centrumaanval, den Engelsman ging in de omsingeling. Lange tijd was het in evenwicht. In het late middenspel leek Bert in het voordeel te komen, om dat met enkele iets mindere zetten weer te verspelen. Het had nog erger af kunnen lopen toen hij blunderde, maar ditmaal werd het cadeautje niet uitgepakt en zo kwam hij met de schrik vrij. 8-4

18 nov 020 1 2

J. Goudoever – A. Bhagwandas

Job speelde tegen de jongste speler van de Hofstad dammers en die wilde geheel vrijwillig zijn korte vleugel op laten sluiten. Dat is niet zonder risico, maar biedt tegelijkertijd praktische kansen omdat er veel combinaties in het spel komen. Job speelde het voorzichtig en koos in de diagramstand voor 20. 34-29 23x34 21. 39x30

Hij dreigt nu natuurlijk met 30-25, waartegen 4-9? niet helpt wegens 30-25! 9-14 33-29 24x22 32-27 21x32 38x7. Zwart speelde daarom de enige goede zet, 21. .. 20-25, waarop het verder ging met 22. 49-44 25x34 23. 32-27 (ook 44-40 is speelbaar voor wit, maar wel spannender) 21x23 24. 33-29 24x33 26. 38x7 13-18 27. 7-1 19-23 28. 44-40

Hier maakte de zwartspeler een grote taxatiefout. Het beste is 23-29 met een gelijkwaardige stand, maar hij koos ervoor om met 8-12? de dam op te sluiten. Het ziet er interessant uit, dat wel, maar de kansen zijn vooral aan wit. Uiteindelijk liep het met een sisser af. 9-5

John speelde een agressieve opening, leek er eerste instantie zonder kleerscheuren uit te komen, maar raakte in het middenspel opgescheept met een krachteloze rechtervleugel. Dat had slecht af kunnen lopen, maar toen zijn tegenstander niet de beste aanpak koos, knapte John's stand zienderogen op. 10-6

Tot aan de 27e zet had mijn tegenstander voorzichtig gespeeld, maar op dat moment maakte hij een fout. In de daaropvolgende fase rekende ik me een ongeluk, maar ik kreeg het niet rond. Achteraf denk ik dat ik op de 39e zet niet de meest kansrijke zet heb gedaan. Bij nader inzien had ik liever 48-42 gespeeld. Ook dat is niet in alle varianten winst, maar wel veel lastiger te verdedigen voor de zwartspeler. Het was echter te ingewikkeld om achter het bord te berekenen, daarvoor ben ik simpelweg niet goed genoeg. 11-7

Peter was als laatste klaar. Dat had niet gehoeven als hij op de 48e zet iets doortastender was geweest. In een eindspel dat nog goed houdbaar was, had zijn tegenstander een fout gemaakt waardoor Peter met een tijdelijk offer gemakkelijk had kunnen winnen. Hij zag het niet en hoewel hij daarna nog wel praktische kansen had, kreeg hij geen nieuw cadeautje meer aangeboden. 12-8