Hier zijn de drie rubrieken die Ton Sijbrands heeft gewijd aan Cock gebundeld in één artikel:
TON SIJBRANDS 20 augustus
Geheel onverwacht is in de laatste week van juli internationaal meester Cock van Leeuwen overleden. Van Leeuwen, die altijd in zijn geboorteplaats Aalsmeer is blijven wonen, maar in de clubcompetitie vaak uitkwam voor Amsterdamse verenigingen als VAD en Hiltex, is slechts 60 jaar geworden.
Cock van Leeuwen wist tussen 1988 en 1997 viermaal tot de finale van het Nederlands kampioenschap door te dringen. Hij behaalde zijn beste resultaat in 1994, toen hij op 13 uit 13 (3+,3-) finishte. Het was ook in díé jaren dat Van Leeuwen Nederland vertegenwoordigde in teamontmoetingen met Wit-Rusland (1994 en 1995) en Oekraïne (1997). Vooral in die laatste interland etaleerde hij zijn kwaliteiten door tegen Solovykh en Roeblevski 7 uit 4 te scoren!
Als dammer had Van Leeuwen, die zich ook voor de historie van ons spel interesseerde en daarover in vaktijdschriften publiceerde, meerdere gezichten. Enerzijds was hij de vleesgeworden degelijkheid, op wie menig topgrootmeester zijn tanden stukbeet: van de elf naoorlogse wereldkampioenen die zijn pad kruisten, moesten er negen minstens één keer een puntendeling toestaan. Waarmee zij overigens nog altijd beter af waren dan voormalig WK-kandidaat Vadim Virni, die in de competitie van 1994 een nederlaag te incasseren kreeg.
Anderzijds kón Van Leeuwen, als aanvaller maar evengoed als omsingelaar, de meest principiële gevechten aangaan. Van zo'n zinderende aanvalspartij volgende week een prachtig voorbeeld. Vandaag geef ik de omsingelingspartij die hij in 1989 in een kwalificatiewedstrijd won van Peter Hoopman, de latere drievoudige NK-finalist.
Hoopman - C. van Leeuwen
halve finales NK 1989
1.32-28 18-23 (dit was met afstand Van Leeuwens favoriete openingszet) 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 (Van Leeuwen paste deze spelgang in liefst 24 partijen toe; hij zou er een overtuigende plusscore aan overhouden: 10-2!) 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 1-7 9.41-37!? (ook Hoopman opteert voor de scherpste vertakking van de Molimard-variant) 9...19-24!? 10.39-33 21-26!? 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.40-34 20-24 14.45-40 14-20 15.50-44 10-14 16.27-22 (het achtergebleven stuk op 46 verplicht wit de vijandelijke bordhelft te betreden) 16...12-17!? 17.31-27 7-12!? 18.34-29 20-25 19.29x20 15x24 20.33-29 24x33 21.38x29 12-18 22.42-38 8-12 23.39-34 4-10!? (misschien niet mooi, maar o zo nuttig) 24.43-39 10-15 25.47-42 14-20 26.29-23 18x29 27.34x23 13-19!? 28.23x14 9-13 (zie ook de vorige aantekening) 29.39-33 20x9 30.40-34 5-10 (op 30...12-18?! had wit zich bevrijd met 31.34-30! en 32.33-29) 31.33-29 10-14 32.29-23 14-19! 33.23x14 9x20 34.38-33 13-19 (Van Leeuwen wil op 35.33-29? naar dam combineren met 35...12-18/26-31!! +; maar 34...26-31!! 35.37x26 12-18! + was nog efficiënter geweest...) 35.34-29* 2-8! (ondanks de gemiste kans blijft zwart zwaar aan de leiding gaan) 36.48-43 8-13! 37.43-39 (de enige manier om het insnoerende 37...12-18! tegen te gaan) 37...20-24! (maar nu zo) 38.29x20 15x24!
Hiermee is in hogere zin de beslissing gevallen. Het hardnekkigst is nog 39.36-31 (39.42-38? 3-8! +), maar in dat geval speelt zwart met 39...12-18! 40.42-38 17-21! 41.44-40 18-23! 42.40-35 3-8! 43.46-41 24-30! enz. naar een ruimschoots gewonnen stelling toe.
39.33-29 (versnelt het einde) 39...24x33 40.39-34 33-39!
Met vernietiging: 41.34x43 26-31! 42.37x26 19-23 +. Wit gaf het dan ook op.
Dammen
TON SIJBRANDS 27 augustus
Vorige week liet ik een partij zien waarin Cock van Leeuwen (1956-2016) met succes de omsingeling hanteerde. Dat hij ook kon aanvallen, bewijst onderstaand duel uit de slotfase van het NK 1988. In deze spannende en inhoudrijke partij brengt hij Auke Scholma, de latere Nederlandse kampioen (1995), in grote moeilijkheden. Die zouden zelfs onoverkomelijk zijn geweest wanneer Van Leeuwen op het hoogtepunt van de strijd het kansrijkste van alle veelbelovende plannen had gekozen.
C. van Leeuwen-Scholma
NK 1988
1.33-28 16-21 2.31-26 11-16 3.37-31 7-11 4.31-27 1-7 5.39-33 18-22 6.27x18 13x22 (een zelden voorkomende openingsvariant) 7.41-37 9-13 8.44-39 3-9 (ik stel mij voor dat Scholma achteraf liever 21-27x27 had gespeeld) 9.28-23!? 19x28 10.32x23
Met deze opstoot brengt Van Leeuwen een spelbeeld uit de 1.33-29 16-21-opening op het bord. Tegelijkertijd stelt hij er het thema van de overbelaste zwarte rechtervleugel mee aan de orde. Dat Scholma voor dit probleem geen werkelijk bevredigende oplossing zal vinden, ligt niet zozeer aan de capaciteiten van de zwartspeler als wel aan de situatie waarin deze al na tien zetten verzeild is geraakt!
10...20-24 11.46-41 13-19 12.38-32 19x28 13.32x23 14-20 14.34-29 9-13 15.43-38 4-9 16.40-34 20-25 17.29x20 25x14 18.33-29 13-18 19.34-30 9-13 20.48-43 21-27 21.50-44 27-31 22.36x27 22x31
Zwart wisselt zijn aanvankelijke aanvalsplannen in voor een omsingelingsstrategie. Maar zijn onevenwichtige schijvenverdeling (het was een heel ander verhaal geweest wanneer 7 op 3 of 4 had gestaan) zal hem parten spelen.
23.45-40 31-36 24.39-33 17-21 25.26x17 11x22 26.44-39 16-21 27.40-34 7-11 28.37-32 21-26 29.41-37 11-17 30.32-28*! 6-11 31.30-24! 14-20 32.34-30! 11-16 33.30-25! (Van Leeuwen dwingt de ene positionele concessie na de andere af) 33...10-14 34.38-32! 16-21 (op 34...22-27 35.32x21 16x27 geeft de 2x2-ruil 36.47-41! winnend voordeel) 35.43-38! 13-19 36.24x13 8x19 37.39-34 (ook 37.49-43, bedoeld om op zowel 37...2-8? als 37...2-7? met 38.37-31!! naar dam te combineren, kwam in aanmerking; maar de tekstzet is goed genoeg) 37...2-7 38.34-30 7-11 39.30-24? 19x30 40.35x24
Het is niet zeker of wit na deze manoeuvre, die op zich zeer voor de hand lag, nog kan winnen. Daarentegen staat het vast dat zwart na 39.49-44!! niet meer aan verlies had kunnen ontsnappen. De bewijsvoering laat evenwel nog een week op zich wachten.
40...11-16 41.49-43 21-27 42.32x21 16x27
43.37-32! 27-31 44.32-27(?)
Veel kansrijker was 44.43-39(!) 22-27 45.32x21 31-37 46.42x31 36x16 47.39-34! (zie opnieuw de rubriek van volgende week). Na de tekstzet is zwart definitief buiten gevaar.
44...31-37! 45.42x31 26x37 46.38-32 (en vooral niet 46.27-21? 17x26 47.28x8 wegens 47...37-42! 48.23x12 42-48 met - zowaar - winst voor zwart) 46...22x31 47.32x41 17-21! 48.43-39 12-17! 49.23x12 17x8 50.39-34 8-12 51.28-23 21-27 52.33-28 12-17 53.34-30 17-22! 54.28x17 27-32 55.17-12 31-37 56.12-8 37x46 57.8-2 14-19!
En na nog vier zetten (58.23x14 20x9 59.2-16 46-37 60.16x49 37-10 61.49-35) werden de punten gedeeld.
Dammen
TON SIJBRANDS 3 september
In vervolg op de rubriek van vorige week nogmaals de beslissende fase van de partij tussen wijlen Cock van Leeuwen en Auke Scholma (NK 1988) .
Zo stond het na zwarts 38ste zet 7-11. Er volgde: 39.30-24? 19x30 40.35x24
Hoewel Van Leeuwen ook hierna oppermachtig blijft staan, wijst de computergestuurde analyse uit dat hij nóg beter 39.49-44!! had kunnen spelen. De hallucinante, voor de menselijke geest nauwelijks te bevatten hoofdvariant luidt 39...11-16 40.44-39! 21-27 41.32x21 16x27 42.37-32!! (zonder vrees voor 42...17-21 43.28x8 19x48 44.29-24 +) 42...27-31 43.32-27!! 5-10!!? (een giftige verdediging: op 44.30-24? 19x30 45.35x24 redt zwart zich met 45...36-41!! 46.47x36 17-21! 47.28x8 21x34 48.36x27 18-22! 49.27x18 26-31 50.29x40 20x47 =) 44.29-24!! 18x29 (met 20 slaan verliest door 47.23-19!, 48.25-20 en 49.30x8 +) 45.27x7 31-37(!) 46.42x31 26x37 47.24x13 20-24(!) 48.30x19 14x34 49.33x24 en wit wint door overmacht, hoewel het materiële evenwicht nog steeds niet is verbroken. Weliswaar brengt zwart het met 49...34-39 50.7-1 39-43 51.13-8! 43-49 (51...37-41 52.1-23 +) 52.8-2! 36-41 53.47x36 37-42 54.1-6 17-21 55.2-16 42-48 56.16x5 tot een (6x3-)eindspel met twee dammen, maar dat is op den duur niet meer te houden.
40...11-16 41.49-43 21-27 42.32x21 16x27 43.37-32! 27-31 44.32-27(?)
Een veel betere kans was 44.43-39! 22-27 45.32x21 31-37 46.42x31 36x16 47.39-34!. Twee varianten:
1) 47...16-21? 48.38-32! 18-22* 49.47-41! 22-27 50.41-36! 27x38 51.33x42 21-27 52.42-37! 27-32 53.34-30! 32x41 54.36x47 17-21 (anders laat wit het offer 55.28-22!! 17x19 56.24x13 + volgen) 55.28-22! 21-27 56.22x31 26x37 57.23-19!! 14x34 58.25x14 34x25 59.14-9 +.
2) 47...18-22? 48.47-41! 26-31 49.41-36!! (wie zou verwachten dat wit het van deze krankzinnige zet moet hebben?) 49...31-37 50.34-30! 16-21 51.38-32!! 37-42 52.23-19!! 14x34 53.25x14 34x25 54.33-29! 22x33 55.29x47 met een gewonnen eindspel! Toch betreft het hier, anders dan vijf zetten terug, geen geforceerde winst: na 47...17-21! komt zwart met de schrik vrij. Grootste struikelblok voor wit is de spelgang 48.47-41 21-27! 49.41-36 16-21! 50.38-32 27x38 51.33x42 14-19!! 52.24x22 5-10* 53.25x5 21-27 54.22x31 26x48 55.28-22 48x30! 56.22-18 30-2! 57.18x7 2x16!, waarna een van zijn voorste schijven onvermijdelijk sneuvelt...
44...31-37! 45.42x31 26x37 46.38-32* 22x31 47.32x41 17-21! 48.43-39 12-17! 49.23x12 17x8 50.39-34 8-12 51.28-23 21-27 52.33-28 12-17 53.34-30
53...17-22!
Het laatste spannende moment. Na het (te) zuinige 53...17-21? 54.28-22! 27x18 55.23x12 21-27 had wit fraai gewonnen door 56.12-8! 27-32 57.8-3! 31-37 58.3-26! 37x46 59.26-37!! 32x41 60.24-19 14x34 61.30x39! 20-24 62.25-20! 5-10 (62...24-29/30 63.20-14 +) 63.20x29 15-20 64.29-23! enz.
54.28x17 27-32 55.17-12 31-37 en de spelers kwamen spoedig remise overeen.